Voet


De voeten zijn het fundament van ons lichaam. Zij moeten dagelijks ons gehele lichaamsgewicht dragen om ons van A naar B te brengen. De voetwortel en middenvoet zorgen ervoor dat de voet zich kan aanpassen aan de ondergrond. Hierdoor wordt lopen op oneffen terrein vergemakkelijkt.

In dit artikel bespreken we de anatomie van de voetgewrichten. Onderaan vind je meer informatie over de verschillende aandoeningen van deze gewrichten.

Botstructuren van de voet

De voetwortel en middenvoet bestaan samen uit 12 botjes. Zo zijn er zeven voetwortelbeentjes en vijf middenvoetsbeentjes. De voetwortelbeentjes passen als een soort puzzelstukjes in elkaar.  Tussen deze botjes onderling is dan ook niet overal evenveel beweeglijkheid mogelijk. De verbindingen die de achterste voetwortelbeentjes met elkaar maken zijn daarentegen wel erg belangrijk voor de bewegingsvrijheid van de voet. Met name het gewricht dat zich meer aan de binnenkant van de voet bevindt en het gewricht tussen het hiel- en sprongbeen zijn hierin van grote waarde. Er kan een denkbeeldige lijn getrokken worden op de plaats waar de achtervoet en de voetwortel elkaar ontmoeten, dit is de lijn van Chopart. Zo’n zelfde lijn kan getrokken worden tussen de voetwortel- en middenvoetsbeentjes. Deze wordt de lijn van Lisfranc genoemd. Deze lijnen zijn van belang binnen de chirurgie. Dit zijn namelijk
de niveaus waarop een deel van de voet geamputeerd wordt als dat nodig mocht zijn.

Dan zijn er de middenvoetsbeentjes die in het verlengde van de vijf tenen liggen. Zij maken contact met vier van de voetwortelbeentjes. Hier is echter bijna geen bewegingsmogelijkheid op een kleine bewegingsuitslag van de kleinste twee tenen na.

Bewegingen van de voet

Zoals gezegd vindt de meeste beweging van dit deel van de voet plaats in het achterste gedeelte van de voet. Het onderste spronggewricht zorgt ervoor dat de hiel naar binnen en naar buiten kan kantelen. Wanneer deze bewegingen gecombineerd worden met de bewegingsvrijheid van de aangrenzende botjes dan kan de voetzool naar binnen- of naar buiten gekanteld worden. Dit noemen we dan supinatie en pronatie van de voet.
Hoewel er tussen de voetwortelbeentjes en de middenvoetsbeentjes maar weinig beweging mogelijk is door het stevige kapsel wat eromheen zit. Zorgen al deze gewrichten er samen voor dat de vorm van de voet zich kan aanpassen  aan de ondergrond.

 Kapsels en banden van de voet

Het  kapsel zorgt samen met tal van banden voor de stabiliteit van de enkel en voet. Hierbij moeten de banden gezien worden als verstevigingen van het kapsel. In dit kapsel liggen allerlei sensoren verweven die signalen naar de hersenen geven over de stand van het gewricht, dit wordt ook wel positiezin of propriocepsis genoemd. Daarnaast is de binnenkant van het kapsel bekleed met een slijmvlieslaagje. Deze produceert een smeervloeistof voor het gewricht zodat deze soepel over elkaar heen kunnen bewegen.

Hoewel alle banden natuurlijk belangrijk zijn voor het functioneren van de voet, zijn vooral de enkelbanden aan de binnen- en buitenkant bekend. De voetwortelbeentjes zijn belangrijke aanhechtingsplaatsen voor deze enkelbanden. Aan de binnenkant vinden we een bandcomplex dat uit vier delen bestaat. Zij verbinden het scheenbeen met enkele voetwortelbeentjes. Aan de buitenkant vinden we een drietal banden, hiermee is het kuitbeen aan twee van de voetwortelbeentjes bevestigd.

Zoals eerder aangegeven zijn de gewrichten tussen de voetwortel- en middenvoetsbeentjes omgeven door erg sterk kapsel en banden die veel stabiliteit bieden, maar weinig beweging toelaten. Maar met name in de voetzool bevinden zich nog een aantal sterke en langere banden. De functie van deze banden is voor het in stand houden van de voetbogen en bieden dus steun aan de voet.

Spieren en pezen van de voet

Naast het feit dat de voetwortelbeentjes belangrijke aanhechtingsplaatsen zijn voor de banden, vormen zij, samen met de middenvoetsbeentjes, bevestigingspunten voor de pezen. Dit zijn de uiteinden van de spieren die de voet bewegen.

In dit deel van de voet vind met name kanteling van de voetzool naar binnen of naar buiten plaats. Dit wordt gedaan door de in- en evertoren. Deze spieren bevinden zich in het onderbeen waarna ze over de enkel richting de voetwortel en middenvoet lopen. Zij helpen samen met de spieren van de voetzool mee aan het ondersteunen van de voetboog.

Maar de voetwortel- en middenvoetsbeentjes zijn niet enkel een eindstation voor spieren, maar ze kunnen er ook juist beginnen. Van daaruit lopen ze dan richting de tenen, voornamelijk om deze dan te buigen en te strekken of de voetzool te ondersteunen.

Slijmbeurzen van de voet

Een slijmbeurs is een soort zakje gevuld met vocht dat er voor zorgt dat de wrijving tussen verschillende structuren als pees en bot of huid en pees geen problemen oplevert. Rond de voet zijn er twee slijmbeurzen te vinden aan de achterkant. Er is er één tussen het hielbeen en de achillespees (bursa retrocalcanea) en één tussen de achillespees en de huid (bursa subcutanea calcanea).

 Aandoeningen van de voet

Via onderstaande links is meer informatie te lezen over enkele voetaandoeningen: