Artrose schouder


Artrose van de schouder

Bij artrose of ‘slijtage’ verslechterd de kwaliteit van de kraakbeenlaag in het gewricht waardoor de botuiteinden op den duur niet meer soepel over elkaar glijden. Artrose van de schouder komt vooral voor bij patiënten in de oudere leeftijdsgroep. We spreken van primaire artrose wanneer er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen is voor het ontstaan van de artrose. Secundaire artrose treedt op als gevolg van een trauma of een lang bestaande rotator cuff scheur.

De patiënt heeft belastingsafhankelijke pijn in de schouder, een verminderde beweeglijkheid en een licht krachtsverlies als gevolg van de pijn. Soms wordt er ook geklaagd dat de schouder kraakt tijdens bewegen. De diagnose kan worden gesteld door middel van een röntgenfoto. Er is dan een gewrichtsspleetversmalling te zien omdat het kraakbeen verdwenen is.

De behandeling van artrose kan bestaan uit pijnmedicatie en ontstekingsremmers om zo de pijn te verminderen. Daarnaast is oefentherapie onder leiding van een fysiotherapeut erg belangrijk om de beweging van het schoudergewricht te handhaven. Dit kan door mobiliserende oefeningen te doen en de rotator cuff spieren door krachtoefeningen te versterken. Wanneer deze therapie niet voldoende werkt kan een schouderprothese overwogen worden. De gewrichtsoppervlakken kunnen dan vervangen worden. Na deze operatie is het van belang dat de revalidatie onder begeleiding van een fysiotherapeut gebeurd. Een revalidatietraject wordt dan gestart voor een optimaal herstel van de schouderfunctie.