Kaakgewricht


Het kaakgewricht is voor mens en dier erg belangrijk. Stel je voor hoe het zou zijn als we dit gewricht niet zouden hebben. We zouden bijvoorbeeld moeilijker kunnen eten, gapen, praten, lachen, zoenen enzovoort. We staan zelden stil bij de functie van het kaakgewricht, maar het is wel één van de gewrichten dat het meest bewogen wordt op een dag. Tijdens het kauwen bijvoorbeeld krijgt de kaak flinke krachten voor de kiezen. Het is ook nog eens een erg bijzonder gewricht. De gewrichten aan beide kanten van het gezicht bewegen namelijk altijd samen.

In dit artikel bespreken we de anatomie van de kaak. Onderaan vind je meer informatie over de verschillende aandoeningen van dit gewricht.

Botstructuren van het kaakgewricht

Het kaakgewricht wordt ook wel het temporomandibulair gewricht genoemd. Dit verwijst naar de twee botstukken die samen het kaakgewricht vormen. Aan beide kanten van het gezicht bevindt  zich vlak voor de oren het kaakgewricht. Aan de bovenkant vinden we het temporale deel van de schedel, dit is de gewrichtskom. Aan de onderkant bevindt zich de onderkaak, ook wel mandibula genoemd, die het kopje van het gewricht vormt. Tussen de kop en de kom is een schijfje van kraakbeen, een discus, aanwezig. Deze zorgt ervoor dat de botten soepel over elkaar heen kunnen bewegen en het doet dienst als schokdemper.

Het kaakgewricht wordt bijeen gehouden door spieren, pezen en banden. Zij zorgen er samen voor dat het kopje in de kom blijft zitten en dat de kaak kan bewegen. De kaak kent zes bewegingsrichtingen. Zo kan hij openen en sluiten, voor-achterwaarts en zijdelings bewegen. Wanneer de kaak bewogen wordt dan zal dit altijd gebeuren in beide gewrichten tegelijkertijd. Deze bewegingen worden mogelijk gemaakt door een combinatie van draai- en schuifbewegingen van het kaakgewricht. Omdat de bovenkaak een vastzittend onderdeel van de schedel is kan alleen de onderkaak bewogen worden.

Temporo-mandibular joint

Kapsels en banden van het kaakgewricht

Om het kaakgewricht heen zit een gewrichtskapsel. Aan de binnenkant van dit kapsel is een slijmvlieslaag aanwezig dat gewrichtsvocht produceert. Dit dient als smeermiddel om het gewricht soepel te laten bewegen.

Naast dit gewrichtskapsel zijn er ook nog banden aanwezig om het gewricht te versterken. Deze banden zorgen er ook voor dat een beweging gestuurd en/of afgeremd wordt. De banden verbinden de onderkaak met de schedel. Een belangrijke band vinden we aan de zijkant van de kaak. Deze zorgt voor stevigheid en voorkomt dat het gewricht naar achteren uit de kom kan schieten.

Spieren van het kaakgewricht

Bewegingen van de kaak worden met name verzorgt door de spieren die betrokken zijn bij het kauwen. Deze kunnen enorme krachten genereren bij het sluiten van de mond.

Het openen van de mond gebeurt met name door de zwaartekracht, maar als de mond met kracht geopend moet worden dan gebruiken we daarvoor relatief kleine spieren. Het sluiten van de mond daarentegen wordt gedaan door sterke en relatief grote spieren. Deze zijn zichtbaar aan de zijkant van het hoofd en de kaak. Het zijwaarts en voor-achterwaarts bewegen wordt gedaan door een combinatie van spieren die de mond openen en sluiten.

Aandoeningen van het kaakgewricht

Via onderstaande links is meer informatie te vinden over verschillende aandoeningen van de kaak, de zogenaamde temporomandibulaire dysfuncties: