Nek


Uit je nek kletsen, iemand de nek omdraaien, je nek uitsteken, er is een groot aantal spreekwoorden waar de nek in voorkomt. Dan moet het wel een belangrijk onderdeel van het lichaam zijn zou je denken. En dat is ook zo! Naast het feit dat er diverse zenuwen uit de nek treden om de armen aan te sturen is het ook een soort sokkel voor het hoofd en zorgt hij ervoor dat we het hoofd kunnen bewegen. De nek is niet één gewricht, maar bestaat uit meerdere gewrichten die met elkaar samenwerken.

In dit artikel bespreken we de anatomie van de nek. Onderaan vind je meer informatie over de verschillende aandoeningen van deze gewrichten.

Botstructuren van de nek

De nek is de verbinding tussen het hoofd en de rest van het lichaam. De nek wordt ook wel de cervicale wervelkolom genoemd. Er zijn zeven cervicale wervels die samen de nek vormen. De nek is het meest beweeglijke deel van de wervelkolom omdat het hoofd alle kanten op moet kunnen bewegen. Hiervan vindt de meeste beweging plaats in de bovenste twee wervels. Deze twee wervels hebben ook een afwijkende vorm. De onderste vijf wervels lijken behoorlijk veel op elkaar. Zij hebben een wervellichaam met een opstaand randje aan de zijkant, dit is de processus uncinatus.

neck-uncovertebral-joint-luschkas-joints-intervertebral-disc-discus-intervertebralis-chin-front-skin-names

Achter dit wervellichaam ligt een gat voor het ruggenmerg, alle wervels samen vormen het wervelkanaal. Dit gat wordt door de achterkant van het wervellichaam en de wervelboog omringd. Hier bevinden zich een drietal uitsteeksel, een uitsteeksel naar achteren en een uitsteeksel naar beide zijkanten. Deze uitsteeksels worden de processus spinosus en processus transversus genoemd. aan de onderkant van de wervelboog is nog een inkeping aanwezig, hierdoor hebben de zenuwen de ruimte om links en rechts naar buiten te treden. De wervels maken contact met elkaar via de wervellichamen waar nog een tussenwervelschijf tussen ligt en via de facetgewrichten die meer naar achteren in de nek liggen.

neck-intervertebral-disc-discus-intervertebralis-spinous-process-facet-joint-joints-processus-spinosus-cervical-spine-side-skin-names

De bovenste wervel wordt de atlas genoemd en de tweede wervel is de draaier. De atlas heeft een meer ovale vorm en is platter dan de andere wervels. Op die manier past hij mooi op de onderkant van de schedel. Deze heeft geen wervellichaam en ook de  processus spinosus ontbreekt. De draaier lijkt al wel wat meer op de andere wervels en heeft een uitsteeksel dat omhoog wijst. Deze steekt door de bovenliggende atlas. Tussen de atlas en de schedel en tussen de atlas en de draaier zijn geen facetgewrichten en is ook geen tussenwervelschijf aanwezig.

Zoals gezegd vindt in het bovenste deel van de nek de meeste beweging plaats, denk hierbij aan ja-knikken en nee-schudden. De lagere nekwervels ondersteunen deze bewegingen en maken ze nog wat groter. Daarnaast is het hier mogelijk om het hoofd zijwaarts te buigen.

Van de voor- en achterkant gezien liggen de wervels in één lijn. Wanneer we van de zijkant kijken dan zien we een kromming naar voren toe, de cervicale lordose. In zijn geheel kent de wervelkolom meerdere krommingen. Door zijn vorm dragen zij bij aan de schokdemping van de wervelkolom.

Kapsels en banden van de nek

De wervels van de nek worden met elkaar verbonden door middel van een gewrichtskapsel en lange en korte banden, ook wel ligamenten genoemd. De facetgewrichten worden omgeven door een gewrichtskapsel die nog versterkt worden met enkele banden. Dit zijn de banden die liggen aan de voor- en achterzijde van het wervelkanaal en de banden tussen de processus spinosus en processus transversus.

Voor de bovenste twee wervels zijn er allerlei korte banden aanwezig om deze te stabiliseren. Dan zijn er nog twee lange banden die over de gehele lengte van de wervelkolom lopen. De ene loopt aan de voorkant en de andere aan de achterkant van de wervellichamen. Zij zitten vast aan de boven- en onderranden van de wervellichamen en met name de voorste band zit ook vast aan de tussenwervelschijven. De band aan de voorkant is wel een stuk breder en sterker dan de achterste.

Tussenwervelschijven van de nek

Op de bovenste twee wervels na bevindt er zich tussen elke opeenvolgende wervel een tussenwervelschijf, ook wel discus genoemd. Deze tussenwervelschijven bestaan uit ringen van vezelig kraakbeen die naar buiten toe steeds meer collageen bevatten.  In het midden van deze ringen bevindt zich een soort gelei, de nucleus pulposus.

De functie van deze tussenwervelschijven is het bieden van schokdemping voor de wervelkolom en het staat ook toe dat we de wervelkolom beter kunnen bewegen. Daarnaast zorgt het voor meer ruimte tussen de wervels waardoor de banden op spanning blijven en er meer ruimte is voor de zenuwen om uit te treden.

De tussenwervelschijven kunnen gezien worden als een soort spons, zij zuigen water op wanneer de belasting gering is, maar worden als het ware uitgeknepen wanneer er gewicht op rust. Hierdoor zijn we ’s ochtends wat langer dan in de avond, onder het lichaamsgewicht platten de tussenwervelschijven wat af. Naar mate we ouder worden verliest de tussenwervelschijf het vermogen om water op te nemen en worden de tussenwervelschijven blijvend platter.

Spieren van de nek

De spieren van de wervelkolom kunnen grofweg ingedeeld worden in twee groepen, de spieren aan de voor- en aan de achterkant. Ook hier zien we, net als bij de banden, lange en korte spieren. De langste spieren bevinden zich aan de achterkant en kunnen de hele lengte van de wervelkolom overspannen. Daarnaast zijn er nog spieren die korter zijn en twee opeenvolgende wervels met elkaar verbinden.

De taak van de spieren van de nek is het stabiliseren en in stand houden van de vorm van de wervelkolom en het bewegen hiervan. De spieren die aan de achterkant van boven naar beneden lopen strekken de wervelkolom en de spieren die meer schuin verlopen kunnen de nek draaien. De spieren die meer naar de voorkant liggen buigen het hoofd.

Zenuwen van de nek

Achter de wervellichamen loopt het wervelkanaal waarin het ruggenmerg ligt. Vanuit het ruggenmerg van de nek  treden links en rechts zenuwen uit die richting de armen gaan. Elke zenuw heeft zo zijn eigen sensorische en/of motorische taak wat betekend dat zij elk een gedeelte van het gevoel en de aansturing van enkele spieren voor hun rekening nemen.

Aandoeningen van de nek

Via onderstaande links is meer informatie te vinden over vaak voorkomende aandoeningen van de nek: