Artrose van het AC-gewricht


Het uiteinde van het sleutelbeen en het schouderdak heeft een klein gewrichtsvlakje met daarop een dun laagje kraakbeen. Bij slijtage van dit laagje kraakbeen is er geen bescherming meer waardoor de beide boteinden tegen elkaar aan komen. Dit noemen we artrose van het AC-gewricht.

Het AC-gewricht bevindt zich aan de voorkant/bovenkant van de schouder. Meer informatie over de anatomische structuren in en rondom dit gewricht vind je in het artikel over het AC-gewricht.

AC-gewricht artrose

Artrose

Artrose geeft pijn en irritatie in het AC gewricht. De klachten ontstaan meestal tussen de leeftijden van 40-60 jaar. Kenmerkend van deze aandoening is dat de klachten meestal optreden bij bovenhandse activiteiten. In een later stadium kunnen er ook klachten ontstaan in rust en in de nacht. Mensen die veel met hun armen boven het hoofd werken zoals een stukadoor of een schilder hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van AC-artrose.

Een andere oorzaak van AC-artrose kan zijn een trauma (zoals een val op de schouder) in het verleden waardoor er een vorm van instabiliteit is ontstaan omdat de gewrichtsbanden (ligamenten) te slap zijn. Hierdoor is er stelselmatig teveel druk en wrijving op het laagje kraakbeen gekomen waardoor dit slijt.

Symptomen van AC-gewricht artrose

Bij artrose is het AC-gewricht gevoelig bij beweging en soms is er een zwelling zichtbaar. Later is er ook pijn aanwezig in rust en ’s nachts, waardoor slapen op de aangedane schouder onmogelijk is. De pijn kan uitstalen naar de nek en de bovenarm. In een aantal gevallen kunnen er crepitaties (kraken van het gewricht) optreden bij het bewegen van de arm.

Diagnose van AC-gewricht artrose

De diagnose wordt gesteld middels een lichamelijk onderzoek. Aanvullende röntgenonderzoek kan nodig zijn om de diagnose te bevestigen. Een injectie door een arts in het AC-gewricht met een corticosteroïd en een lokale verdoving kan het vermoeden van artrose bevestigen als na de injectie de pijn weg is. Dit is vaak echter van tijdelijke duur.

Behandeling van AC-gewricht artrose

Wanneer men er op tijd bij is en de artrose zich nog in een mild stadium bevind kan fysiotherapie uitkomst bieden. Er wordt dan samen met de (manueel-) fysiotherapeut een behandelplan ontwikkeld om het proces te stabiliseren en de symptomen te bestrijden. Daarnaast zorgt de fysiotherapeut ervoor dat de beweeglijkheid, die verminderd is ten gevolge van de artrose, weer terugkomt. Vaak is het uitvoeren van fysiotherapeutische oefeningen voldoende voor het herstel van de beweeglijkheid.

Wanneer conservatieve behandeling niet voldoende resultaat geeft kan een operatie noodzakelijk zijn. Deze operatie techniek wordt een artroscopische distale clavicularesectie genoemd. Hierbij zal ongeveer 0,5-1 cm van het einde van het sleutelbeen weggehaald worden zodat er eigenlijk helemaal geen gewricht meer is tussen het sleutelbeen en het schouderdak (acromion).

Vanwege de operatie zal er littekenweefsel ontstaan tussen het schouderdak en het nieuwe uiteinde van het sleutelbeen. Dit proces zorgt ervoor de twee botstukken niet tegen elkaar aan komen en opnieuw pijnklachten gaan veroorzaken. Na de operatie moet de arm enkele dagen rust hebben in een mitella. Daarna kan al vrij snel begonnen worden met fysiotherapie. De fysiotherapeut helpt bij het bewegen van de arm op geleide van de pijn om zo functieverlies van het gewricht en spieren te minimaliseren.

Meer aandoeningen van het AC-gewricht

Andere aandoeningen van het AC-gewricht zijn de AC-gewricht luxatie en AC-gewricht artritis.