SI-gewricht


Jaarlijks komen er heel wat mensen met lage rugklachten en uitstralende pijn naar het been bij de huisarts. In een groot gedeelte van de gevallen blijken deze klachten gerelateerd te zijn aan het SI-gewricht.

In dit artikel bespreken we de anatomie van het SI-gewricht. Onderaan vind je meer informatie over de verschillende aandoeningen van dit gewricht.

Botstructuren van het SI-gewricht

Het SI-gewricht dankt zijn naam aan de twee botstukken die het met elkaar verbindt; het sacrum, beter bekend als het heiligbeen en het ilium dat ook wel darmbeen genoemd wordt. De afkorting SI-gewricht staat daarom voor sacro-iliacaal gewricht en heeft grote gewrichtsvlakken. De linker- en rechter SI-gewrichten zijn helemaal onderin de rug te vinden, net boven de billen. Vaak zijn er op deze plekken twee kleine kuiltjes te zien.

Bewegingen van het SI-gewricht

Het SI-gewricht is een gewricht waar nauwelijks beweging te vinden is. Dit komt omdat de gewrichtsvlakken als het ware in elkaar haken met hun onregelmatige oppervlakken. Daarnaast wordt het gewricht omringd door sterke gewrichtsbanden. Een voordeel hiervan is dat het stevigheid geeft aan de rug, maar daar de enorme krachten die hier opgevangen moeten worden is het ook gevoelig voor overbelasting.

De bewegingsmogelijkheid die dit gewricht bezit is een combinatie van kantelen, glijden en draaien. Bij beweging van dit gewricht, glijdt het een paar millimeter en kan slechts twee á drie graden kantelen of draaien. De grootste beweging wordt gemaakt wanneer het sacrum naar voor en achter draait. De vooroverkanteling wordt nutatie genoemd; de achteroverkanteling noemen we contranutatie. Verder zijn de SI-gewrichten een belangrijke schakel binnen de krachtsoverdracht van de benen naar de rug en andersom. Bij een verkeerde houding, slecht schoeisel, overbelasting of overgewicht kan het SI-gewricht een bron van klachten worden.

Kapsels en banden van het SI-gewricht in samenwerking met spieren

Het oppervlak van het gewricht past net als lego perfect in elkaar en wordt bij elkaar gehouden door een aantal grote en zeer sterke gewrichtsbanden, ook wel ligamenten genoemd. De sterkste gewrichtsbanden van het SI-gewricht liggen aan de achterkant direct over het gewricht. Het heiligbeen vormt samen met de twee darmbeenderen het bekken dat als een ring gezien kan worden. Daaromheen liggen gewrichtsbanden als een soort hoepels die een vat bij elkaar houden. Sommige van deze banden liggen wel op 10 cm afstand van het SI-gewricht. Zo zijn er grofweg 3 typen banden te onderscheiden; de banden die de onderste rugwervels met het bekken verbinden en de banden die het heiligbeen met een van de twee bekkenhelften verbinden. Daarnaast zijn er banden die van het heiligbeen naar de zitknobbel lopen en zorgen voor compressie van het gewricht.

Samen zorgen deze banden voor de stabiliteit van het SI-gewricht en sturen zij de beweging die hier mogelijk is. Een aantal spieren heeft een verbinding met enkele van deze banden, hierdoor kan door aanspanning van de spieren, de spanning in de band veranderen.

Bij een zwangerschap gebeurt er iets bijzonders met de banden. Zij worden onder invloed van hormonen wat ‘weker’. Hierdoor wordt de beweeglijkheid wat vergroot waardoor de baby wat makkelijker door het geboortekanaal kan.

Fascia thoracolumbalis

De fascia thoracolumbalis is een sterke bindweefselplaat ter hoogte van de onderrug. Deze dient onder andere als aanhechtingsplaats van verschillende spieren. De fascia thoracolumbalis is in staat de SI-gewrichten te stabiliseren doordat zijn spanning aangepast kan worden. Meer spanning in de fascia thoracolumbalis geeft meer compressie in het SI-gewricht waardoor de krachtsluiting hier toeneemt. Deze spanning wordt beïnvloedt door de aanspanning van de spieren die aan de fascia thoracolumbalis vastzitten. Dit zijn onder andere enkele rug-, buik- en bilspieren.
Vanuit de SI-gewrichten worden de krachten verder doorgegeven naar boven via de fascia thoracolumbalis. Uiteraard is ook het omgekeerde mogelijk en worden krachten van het bovenlichaam via de fascia thoracolumbalis naar de SI-gewrichten geleid.

Spieren en pezen

Rond het SI-gewricht zijn er verschillende spieren te vinden, maar er is er geen één die de SI-gewrichten direct kan bewegen. Beweging van de SI-gewrichten vindt altijd indirect plaats door beweging van andere gewrichten zoals de rug of de heup. Zoals hierboven genoemd werken de spieren rondom het SI-gewricht  samen met andere structuren zoals de banden of fascia. Verder zijn er heel veel verschillende spieren die een uitwerking op het SI-gewricht hebben. Denk hierbij aan de rug-, buik-, bil- en heupspieren.

Aandoeningen van het SI-gewricht

Via onderstaande links is meer informatie te lezen over enkele aandoeningen van het SI-gewricht: